Worstelen met God (2)

Ondanks dat ik al 5 jaar ziek was ging ik studeren. Theologie. In België. De deal die ik maakte met God was dat ik alles zou geven wat ik had, Hij zou het zegenen, en dan zou het wel goed komen. Hoewel het erg zwaar was, ging het met ups en downs enigszins de juiste richting op. In mijn derde jaar ging het zelfs iets beter, ik was wat stabieler en dat maakte dat ik vooruit kon plannen. Ik genoot er van net iets meer te kunnen doen dan alleen te overleven.

Maar helaas, de vreugde was van korte duur. In het eerste jaar van mijn Master stortte ik weer in, TOTAAL. Hoe ik dat semester heb afgekregen weet ik zelf niet. Ik was een zombie, zo erg dat ik me soms afvraag waarom ze niet opgepakt hebben voor openbare dronkenschap maar dan anders. In de studievrije week dacht ik diep na en besloot mezelf en God aan de “deal” te houden: ik zou doorgaan, hoe beroerd ik me ook voelde, als God het zou zegenen, dan zou het ergens goed komen. Ik ging naar de oudsten van mijn kerk gaan en zij baden voor kracht en genezing.

De hel

De nacht daarna was de meest verschrikkelijke nacht die ik ooit heb meegemaakt en ooit hoop mee te maken. Het was alsof mijn eigen lichaam zichzelf afstootte. God was er niet.

De volgende morgen was ik zo beroerd, zo ontzettend beroerd, dat ik al mijn wilskracht nodig had om naar huis te bellen. Mijn vader kwam me direct ophalen. Mijn studie zette ik op hold. God had de deal gebroken.

Voor maanden kon ik niets doen en was ik verloren. Ik worstelde met God en met mijn roeping. Ik heb de afgrond ingekeken. Mijn conclusie was:
– Ik vertrouw God niet. Ik vroeg om een brood en Hij heeft mij een steen gegeven. Een steen die me zwaar op de maag lag.
– Maar God is sterker dan ik.
– Dus ik heb geen keus dan hem te volgen ook al vertrouw ik hem niet.
Dat was de basis van mijn geloof.

En dan?

Ik had geen idee wat ik moest gaan doen. De laatste “instructie” die ik had gekregen was theologie studeren, dus na de zomer wilde ik weer proberen mijn studies op te pakken. Uit koppigheid melde ik me aan bij Breeze om te tappen. Sinds mijn eerste jaar wilde ik al vrijwilligerswerk doen, maar kon dat nooit. Afgezien daarvan had ik vanaf het eerste project van Breeze in Leuven besloten dat ik op een dag mee ging werken. Ik vond de visie van Breeze geweldig.

Een ultimatum

Het studeren lukte me van geen kanten, ik had totaal geen energie. Ik was het beu, gewoon beu, ik was al 9 jaar ziek, ik vond het wel genoeg geweest. Dus ik stelde God voor een ultimatum: ik ga nog één keer naar de oudsten. Gaat het daarna beter dan ga ik beginnen met het zoeken naar een zendingsorganisatie. Maar gaat het weer slechter – zei ik tegen God – dan kunt U het vergeten, dan stop ik mijn studie en ga ik een seculiere job zoeken.

Er gebeurde niets. Ik had een wat betere periode, zoals wel vaker. Meer niet. Maar eerlijk is eerlijk, dus ik ging een organisatie zoeken. Alles wees op de SIM en ook de eerste contacten waren erg positief. Ik wilde graag wat ervaring opdoen wat betreft het zendingswerk voor ik voor lange termijn ergens heen zou gaan. Dus na mijn 24e verjaardag zou ik voor 2 maanden naar Noord-Nigeria gaan.

Nu was ik in die tijd allergisch voor alles. Dat werkt niet als je in een ander land zit. Dus ik zei tegen God, als U wilt dat ik daar wat doe, is dat Uw probleem. Ik ga alles eten. Ik kan daar niet zo moeilijk doen als hier. Dat U het weet.

Vanaf de tijd dat ik in Nigeria ben geweest, heb ik nergens meer last van gehad. Ik was gezond en kon alles eten. Ook van binnen waren de wonden geheeld. De laatste twee jaar in België waren geweldig. Ik heb nog nooit zo genoten van wakker worden, wakker worden zonder me zo ontzettend moe te voelen. Wakker worden met genoeg energie om de dag te beginnen en aan het eind van de dag nog energie over te hebben.

Het oog van de orkaan

Maar wat ik toen al wist en wat waar is gebleken: de laatste jaren in België waren het oog van de orkaan. Vanaf dat ik als zendeling naar Bolivia vertrok, ben ik in een nieuwe strijd terechtgekomen, een strijd waarin mijn gezondheid en karakter behoorlijk getest zijn geweest. Maar ik ben hier in vertrouwen op God dat ik ben waar ik moet zijn, en dat ik door ZIJN kracht mag overwinnen. Als er iets is dat ik heb geleerd, is dat het wel.