Hosea 4:6 - Mijn volk gaat te gronde door gebrek aan kennis

De gevaren van leren

In Hosea 4 begint God een rechtszaak tegen zijn volk. Zijn eerste aanklacht geldt de priesters, zij moesten Gods wet onderwijzen maar hebben dat niet gedaan. Doordat het volk niet meer met God vertrouwd was, leefde het op een manier waardoor het nog meer van hem vervreemdde. Daarom zegt God dat zijn volk te gronde gaat door gebrek aan kennis, kennis van hem en kennis van zijn Woord.

Geestelijk overgewicht

Maar kan ook het tegenovergestelde waar zijn? Want als gereformeerden hebben wij de reputatie dat onze bijbelse kennis behoorlijk op peil is. Naam en Feit, catechisatie, bijbelstudie; je ontkomt bijna niet aan een degelijke bijbelse basis. Daarom vraag ik me af, kunnen wij ook te gronde gaan door een teveel aan kennis? Kunnen we lijden aan geestelijk overgewicht in plaats van geestelijke ondervoeding?

De eerste valkuil is namelijk dat we druk met de Bijbel en het geloof bezig zijn zonder echt te groeien in geloof. We zijn gewend geraakt aan geestelijke kant-en-klaar maaltijden en fast food. We eten misschien wel veel, maar we eten niet gezond en voedzaam. We lezen bijvoorbeeld christelijke zelfhulpboekjes, maar doen geen diepgaande bijbelstudie. We zoeken vooral bevestiging en een goed gevoel. Zo iemand lijkt op het eerste gezicht goed bezig, maar is eigenlijk ondervoed.

De eeuwige student

Een andere valkuil is dat we zijn zoals de eeuwige student die studie na studie doet maar nooit werk zoekt. We willen altijd maar door blijven leren en hebben het gevoel dat we nog niet klaar zijn om met de kennis die we hebben aan de slag te gaan. Het zogenaamde gebrek aan kennis is een excuus terwijl ons gebrek aan ervaring het grootste probleem is. Dan is onze kennis niet vruchtbaar maar nutteloos (2Pet.1:8). We gaan ten onder aan een ongezonde balans tussen theorie en praktijk.

Intellectualisme

De laatste valkuil is dat als we over ‘leren’ praten we dat voornamelijk interpreteren als het vergaren van intellectuele kennis. We lezen meer over God dan dat we praten met God. Maar kennis in de bijbelse betekenis is nooit puur intellectueel. God zegt van koning Josia dat hij rechtvaardig was en de armen beschermde, gevolgd door de retorische vraag: ‘is dat niet: mij kennen?’(Jer.22:15-16). Of zoals Johannes zegt: ‘wie niet liefheeft kent God niet, want God is liefde’ (1Joh.4:8).

In de tijd van Hosea ging het volk van God ten onder door gebrek aan kennis omdat de priesters Gods Woord niet onderwezen. Maar wij kunnen in een andere gevarenzone terechtkomen. We kunnen te gefocust zijn op leren en kennis vergaren zonder dat we God beter leren kennen. Dan gaan we nog altijd ten onder doordat we niet met God zelf vertrouwd zijn.