Een goede afloop garantie
Na ruim 6 jaar in Bolivia gewoond te hebben dacht ik dat ik redelijk gewend was aan de cultuur. Helaas. Toen ik zwanger was kwam er opeens een serieuze cultuurshock bij. Gelukkig verliep de zwangerschap alleen met de gebruikelijke complicaties, maar ik zag erg op tegen de bevalling. Of beter, tegen de manier waarop ze hier met bevallen omgaan. Toen ik mijn zorgen deelde met de mensen om me heen kreeg ik regelmatig het antwoord dat ik moest vertrouwen op God, dan zou alles wel goedkomen.
Eerlijk gezegd reageerde ik van binnen een beetje geïrriteerd op dit goedbedoelde maar toch wat goedkope advies. Mijn ervaring is dat het niet altijd goed komt. Dus ik was niet overtuigd dat ‘vertrouwen op God’ de oplossing was. Nu kun je me beschuldigen van gebrek aan vertrouwen op God, en misschien geef ik je nog wel gelijk ook, maar ik denk dat mijn fout dit keer ergens anders lag.
De fout die ik begin was om mee te gaan in de veronderstelling dat vertrouwen op God betekent dat je gegarandeerd een goede afloop krijgt, een uitkomst zoals wij die graag willen. Maar als je ervaring dat tegenspreekt kan dat juist resulteren in twijfel aan God. Gelukkig is dat ook niet het idee van vertrouwen.
Vertrouwen op God betekent juist dat wat er ook gebeurt weten dat God erbij is. Hoe het ook afloopt God heeft alles in zijn hand. Dat is een ander soort vertrouwen dan de God geeft de garantie op een happy ending. Het is vooral een dieper soort vertrouwen. Een vertrouwen dat juist als het totaal niet goed gaat hoop en steun geeft.
Gelukkig kwam ik hier op tijd achter, want de bevalling liep precies zoals ik het totaal niet had gewild. Maar ondanks het rampenscenario had ik rust in alles wat er gebeurde. God was erbij. Hij had alles in zijn hand. Achteraf gezien was mijn rampenbevalling het beste voor mijn gezondheid en die van onze zoon.
Tegelijk hadden we toch een happy ending: onze kleine man.