Een uitnodiging tot discipelschap
Soms heb ik het gevoel dat mijn lessen het ene oor in en het andere oor uit gaan. Ik begin mijn lessen altijd met herhalingsvragen over de vorige les, en soms kijken ze me echt aan alsof ze voor de eerste keer die vraag horen. Ik kan niet altijd met zekerheid zeggen of dat aan hun beperkt geheugen ligt, aan mijn beperkte didactische vaardigheden of misschien aan mijn beperkte articulatie. Ik weet ook niet aan welke verklaring ik de voorkeur zal geven. Maar ik vermoed wel dat iedereen die ooit voor de klas heeft gestaan er iets van zal herkennen.
Soms heb ik het gevoel dat ik wel tot ze doordring. Gister was zo’n dag. Na een wat droog en theoretisch gedeelte dat helaas onontkoombaar was, wilde ik de les eindigen met iets meer praktisch. Ik wilde hen daarom kennis te laten maken met de inductieve bijbelstudiemethode (observatie, interpretatie, applicatie). Daarvoor koos ik de tekst uit Mattheus 16:24:27, waar Jezus zijn discipelen uitnodigt om hem na te volgen.
Discipelschap is een belangrijk thema hier. Je hartje aan Jezus geven om zo toegang tot de hemel te krijgen wil iedereen wel, en het kost weinig moeite mensen te overtuigen dat te doen. Dat dit slecht de eerste stap is, en dat na je bekering een heel leven van discipelschap volgt, is minder bekend – en minder populair. Deels daarom waren we in de lessen ook in de wereld van rabbi’s en discipelen in de eerste eeuw in Israël gedoken. Deze tekst sloot dus mooi aan.
Eerst liet ik ze verschillende vertalingen vergelijken om grip op de tekst te krijgen (voor de eerstejaars is Grieks nog veel te hoog gegrepen). Daarna had ik vragen over herhalingen, signaalwoorden en andere zaken die helpen met de observatie. Zo kwamen we uit bij de opbouw van de tekst. Een van mijn studenten riep spontaan uit: wat interessant! (en mijn mond viel spontaan open)
Na de observatie probeerden we het centrale idee van de tekst te verwoorden. Maar toen was de tijd bijna om. Dus voor de applicatie probeerde ik alles samen te vatten. De voorwaarden om Jezus discipel te worden zijn dus, zelfverloochening, je kruis opnemen en Jezus navolgen. We hadden bij elk van deze voorwaarden stilgestaan en gekeken wat het inhield, zodat het niet alleen abstracte begrippen waren. Dus ik vroeg, nu we de voorwaarden kennen, wie wil er Jezus uitnodiging tot navolging aannemen? Wie wil er een discipel zijn? Ze keken met allemaal aan met een blik van, ‘ehm, mogen daar daar nog even over nadenken?’
Normaal ben ik niet zo blij als ze me geen antwoord geven als ik een vraag stel, maar dit keer was beslist een uitzondering. Ik hou niet van makkelijke antwoorden. Ik heb ze een week gegeven om erover na te denken, kan ik dat ook doen.