God kennen

Soms krijg je de vraag, “ken je die en die?” Dan kun je iets antwoorden als, “ja, ik heb die wel eens gezien,” of, “ja, daar heb ik nog mee op school gezeten,” of “ja, dat is een vriend van me.” Mijn oma zou zeggen, “ja, daar heb ik nog mee geknikkerd.”

Maar die antwoorden gaan niet op als je wordt gevraagd of je God kent. “Ja, daar heb ik wel eens van gehoord.” Hoewel, misschien is het wel het meeste eerlijke antwoord.  

Het woord kennen kan verschillende betekenissen hebben. Je kunt van iemand zeggen dat je hem ‘kent’ als je weet dat hij bestaat, als je zijn gezicht zou herkennen, als je goed bevriend bent. Er zijn verschillende niveaus van iemand kennen.

In het Hebreeuws heeft het werkwoord ‘kennen’ niet alleen een intellectuele betekenis, het is kennis die wat met je doet en waar je wat mee moet. Iets of iemand kennen is theorie en praktijk in één. In het Nederlands komt deze betekenis misschien het best naar voren in een uitdrukking als ‘weten hoe je piano moet spelen’. Dit ‘weten’ is een vaardigheid en niet alleen theoretische kennis.

Op dezelfde manier is God kennen geen intellectuele bevestiging van zijn bestaan.  Alleen die intellectuele bevestiging is niet veel waard. Iemand kennen is een relatie met diegene hebben. Als er bijvoorbeeld in de Bijbel van een vrouw wordt gezegd dat ze nog geen man gekend had, betekende dat niet dat ze nog nooit een man gezien had, maar dat ze nog maagd was (bv. Rech.11:39).

Het woord ‘kennen’ wordt ook gebruikt in de zin van erkennen. God zegt bijvoorbeeld: “zodat ze weten dat ik God ben.” Dat gaat niet alleen om dat ze kennis nemen van het bestaan van God. Het gaat erom dat ze erkennen dat hij God is, en dat ze handelen naar die kennis. Paulus schrijft aan Titus: Ze belijden dat ze God kennen, maar hun daden weerspreken dat (Tit1:16). God kennen heeft consequenties voor ons handelen, voor de keuzes die we maken.

God kennen betekent dus ook hem gehoorzamen. In Jeremia 22:15-16 zegt God dit over Josia:

Je vader had aan niets gebrek.
Recht en gerechtigheid handhaafde hij –
en hij leefde in voorspoed.
Hij beschermde het recht van armen en behoeftigen –
en hij leefde in voorspoed.
Is dat niet: mij kennen?
– spreekt de HEER.

Een fantastische beschrijving van wat het bekent om God te kennen. God kennen is niet vrijblijvend, het doet iets met ons, het vraagt om een daad-werkelijk antwoord.

Want,

God kennen is niet weten dat hij bestaat.

God kennen is niet theoretische kennis over God hebben.

God kennen is niet je systematische theologie op orde hebben.

God kennen is een relatie met hem hebben.

God kennen is doen wat hij wil.

God kennen is leven voor hem.