Hoe lang nog, Heer!
“Nochtans”
Habakuk 3:18
God klaagt door middel van de profeten zijn volk aan voor al het kwaad, onrecht en geweld onder het volk. Dat is hoe het normaal gesproken ging. Maar Habakuk draait het om. Hij klaagt God aan. Hij roept: “Hoe lang nog, Heer, moet ik om hulp roepen en luistert U niet”. Hij zegt: “Ik zie slechts verwoesting en geweld, (…) het recht wordt verdraaid”. U heeft uw volk beloften gedaan, maar ik zie het niet terug. (Hab. 1:1-4).
Waarom?!
Het is een klacht waar ik me in kan vinden. Als ik lees over moderne slavernij, martelingen, onderdrukking, onrecht, over machthebbers die over lijken gaan. Als ik de wereld om mij heen bekijk en de ellende zie die we veroorzaken, tegelijk met alle onverschilligheid. Dan komt in mij dezelfde klacht op. Hoe lang nog, Heer! Het klopt niet! Waar zijn uw beloften?
God antwoordt op de klacht van Habakuk. Hij zegt dat de Babyloniërs zullen komen om het onrecht van het volk te straffen. Het is niet het antwoord dat Habakuk verwachtte, geen geruststellend antwoord. Gechoqueerd brengt hij daarom een tweede klacht bij God. De oplossing lijkt erger dan het kwaad!
Het kwaad heeft niet het laatste woord
Ook nu geeft God antwoord: “De rechtvaardige zal leven door zijn trouw” (Hab. 2:4). Degenen die ondanks alles vertrouwen op God zullen aan het langste eind trekken. Want God laat zien dat alles meewerkt aan zijn plan, ook al kun je het nog niet zien. Ook als de dingen totaal niet lijken te kloppen, dan nog heeft God het in zijn hand. Het kwaad heeft niet het laatste woord en het geweld zal niet winnen. God komt zijn beloften na. Hij maakt alles nieuw.
Habakuk reageert met een prachtige psalm: “Al zou de vijgenboom niet bloeien, en er geen opbrengst aan de wijnstokken zijn, (…) nochtans zal ik juichen in de HERE, jubelen in de God van mijn heil” (Hab. 3:17-18 NBG’51). Dat woordje, nochtans, is een van de sterkste geloofswoorden die er zijn. Al lijkt alles tegen te zitten, al lijkt niets te kloppen, al zien we Gods beloften niet, nochtans…
Een woord waar ik troost uit kan putten
Nochtans. Het is een woord waar ik troost uit kan putten. Een woord dat enerzijds erkent dat het soms niet klopt maar tegelijkertijd daar niet in blijft steken. Het is een woord dat mij moed geeft om verder te gaan, vol vertrouwen op de God die redt.