De stoute vrienden van Jezus
‘Mama, had Jezus ook stoute vrienden?’
Dat vroeg A. me deze week toen we ’s ochtends nog in bed lagen.
‘Ja,’ antwoordde ik, ‘dat had hij zeker.’ En ik vertelde de verhalen uit Lukas 15.
Alle belasting-ontvangers en andere slechte mensen kwamen graag naar Jezus toe om naar Hem te luisteren. De Farizeeërs en de wetgeleerden mopperden daarover. Ze zeiden: “Die Man ontvangt slechte mensen en eet met hen.” (Lukas 15:1-2)
En ik vertelde over de feestjes die in de hemel gevierd werden als een van de stoute vrienden van Jezus gevonden werd.
En als hij ermee thuiskomt, roept hij zijn vrienden en buren en zegt tegen hen: ‘Kom, ik geef een feest! Want ik heb mijn weggelopen schaap weer terug gevonden.’ (Lukas 15:6)
Als ze hem heeft gevonden, roept ze haar vriendinnen en buren en zegt tegen hen: ‘Kom, ik geef een feest! Want de munt die ik was kwijtgeraakt, heb ik weer gevonden.’ (Lukas 15:9)
We gaan feestvieren! (Lukas 15:23b)
Terwijl we uit bed stappen kijk A. onder ons bed en vindt een puzzelstukje dat we al tijden kwijt waren. ‘Ja!’ roept hij uit, ‘ik heb het puzzelstukje dat verloren was gevonden! Kunnen we nu ook feestvieren, mama?’
Dat spreekt voor zich.
Dus we hebben samen een taart gemaakt en hij vandaag heeft hij vrienden uitgenodigd voor zijn feestje.
Dit is een reden voor een feestje.