Onze Identiteit
“Alleen de hoer Rachab mag blijven leven”
Jozua 6:17
Wie hoort er nu echt bij het volk van God? Deze vraag speelde al in de begindagen van het volk Israël, toen hun identiteit werd gevormd. Natuurlijk was het in de eerste plaats de afstamming van Abraham, Isaak en Jakob die bepaalde of je erbij hoorde of niet. Maar zelfs toen al leefde de vraag of er niet méér meespeelt. Op subtiele wijze wordt dit vraagstuk aangekaart in het boek Jozua.
Geboren Israëliet
In hoofdstuk 7 ontmoeten we Achan, een geboren Israëliet van de stam Juda. Hij heeft de oversteek van de Jordaan meegemaakt. Hij was erbij in Gilgal. Hij heeft meegedaan met de verovering van Jericho. Hij maakte deel uit van het volk van God. Maar tijdens de veldtocht tegen de stad Jericho schond hij de ban die rustte op de goederen van de stad. Daarom konden bij de volgende veldtocht de inwoners van Ai het leger van de Israëlieten verslaan. De straf voor deze schanddaad is de symbolische uitstoting uit het volk van God. Achan, zijn familie en zijn bezittingen worden gestenigd, verbrand en bedolven onder een hoop stenen.
Kanaänitische vrouw
Deze op het eerste gezicht respectabele man staat in scherp contrast met de heldin uit hoofdstuk 2: de niet zo respectabele vrouw Rachab. Zij was een Kanaänitische vrouw, een prostituee nota bene. Zij heeft slechts de verhalen over Gods daden gehoord. Ze was vol angst omdat ze niet tot het volk van God behoorde. Toch helpt ze de twee verspieders. Ze stelt haar vertrouwen niet op haar eigen volk maar op God. Door deze daad van geloof wordt ze gered, samen met haar familie en haar bezittingen, op de dag dat Jericho wordt vernietigd. Vanaf die dag horen ze bij het volk van God. Rachab trouwt zelfs met Salmon (Mat. 1:5) en is een van de voorouders van koning David.
Het volk Israël moest de inwoners van Jericho uitroeien. Maar direct bij de eerste verovering komt er al een uitzondering op deze regel: Rachab en haar familie mogen blijven leven. Soms lijken de regels duidelijk, maar blijkt de praktijk toch complexer te zijn. Ook in onze omgeving zijn er mensen zoals Achan en Rachab. Juist dat confronteert ons met de vraag waar onze identiteit als volk van God precies op gefundeerd is.